Interview met fotograaf en docent Duco de Vries over de workshop Portretfotografie - studio & locatie
Je hebt een schat aan ervaring als portretfotograaf en als docent fotografie. Wat zijn op dit moment de dingen die jouw aandacht hebben? Nieuwe eigen projecten, exposities en/of vooral veel werk in opdracht?
Ik ben 25 jaar werkzaam als portretfotograaf en nog steeds ben ik enorm nieuwsgierig naar een diepere laag in de persoonlijkheid van de mens die ik ontmoet voor mijn camera.
Daarom streef ik er altijd naar om meerdere kanten te laten zien van de geportretteerde.
En ik geloof dat daarmee iemands geloofwaardigheid bijna altijd wordt vergroot want we volgen graag personen die inspireren vanuit hun visie of persoonlijkheid. Er is dus verdieping nodig om ware betrokkenheid te genereren. En daar past mijn interesse voor die gelaagdheid goed in. Blijkbaar voelen opdrachtgevers mijn oprechtheid in die “missie”, want ik heb meer werk dan ik feitelijk aankan. Dus een groot deel van mijn dagelijkse werk (en dus inkomsten), komt nu voort uit redactionele en commerciële opdrachtgevers.
Daarnaast werk ik aan een aantal autonome projecten waarvan ik zo overtuigd ben dat ik mij erin wil verdiepen dat ik daarna wel ga zien hoe ik het ga gebruiken. Zoals een serie over Nederlandse muzikanten en een serie over een echtpaar dat al 50 getrouwd is en waarvan de relatie radicaal veranderde.
En verder werk ik samen met vriend Onno Kokmeijer (2-sterrenchef Ciel Bleu). We gaan interview-sessies lanceren: 1 dag met 1 persoon terwijl we koken en fotograferen. En ik werk met vrienden uit Italië samen om daar, elk jaar rond eind september, een masterclass te verzorgen in hun landhuis.
Ook werk ik aan mijn jubileumboek en –expo, vanaf 11 september in Kasteel Radboud in Medemblik.
Je bent een bevlogen en toegewijde docent. Jouw workshop Portretfotografie trekt vooral (semi-)professionele fotografen. Wat is jouw drijfveer en wat verwacht je van jouw studenten?
In weerwil van wat politiek en journalistiek ons vaak wordt meegeven geloof ik dat de basis van ieder mens goed is. En als ik IETS wil meegeven aan mijn studenten is dat we een verplichting hebben, als portretfotograaf, om dat goede bij iedere ontmoeting met de geportretteerde te willen vinden. En dat dan vanuit een oprechte open benadering, zonder groot vooropgezet plan waarin die geportretteerde dan per sé moet passen. Dat laatste vind ik echt belangrijk: laat los dat iemand bij voorbaat al moet voldoen aan een door jou zelf gecreëerd beeld. Dit is wat ik verwacht van mijn studenten. En volledige aandacht en nieuwsgierigheid als we aan het werk zijn.
In de workshop wordt een duidelijke link gelegd naar het professionele veld. Op welke manier neem je de studenten daarin mee?
In het begin van mijn carrière kreeg ik nog wel eens gedoe met opdrachtgevers omdat ik nooit helemaal letterlijk wil uitvoeren wat zij zeggen te willen hebben. Naast het feit dat zij natuurlijk zelf niet de expert zijn, vertel ik ze ook gewoon eerlijk dat het niet in hun belang is, om exact te krijgen wat je wilt hebben. Als je met mensen samen werkt moet je altijd ruimte over laten voor een eigen inbreng. Hoe summier ook, het verhoogt de kwaliteit en de geloofwaardigheid van een persoon of instantie als je dat durft toe te laten.
Als docent gaat het voor mij daarom vooral over dit soort zaken. Bij een succesvolle shoot handel je in de eerste plaats vanuit ‘je-mens-zijn’ en daarna als fotograaf. Je krijgt als mens en fotograaf zoveel als je bereid bent te geven. Daar moeten beide partijen voor open staan. En als dat er niet direct is, hoe wrik je dat dan langzaam open? Je overtuigt mensen niet vanuit een geweldig concept, maar hoe je dat concept op een geweldige manier eigen hebt gemaakt en op een authentieke manier brengt. Dit is wat ik altijd met mijn studenten bespreek.
En op welke manier behandel je dan de technische kant van het vak?
In het geheel van de ontmoeting tussen fotograaf en geportretteerde, moet de gebruikte techniek vloeiend gehanteerd worden. De techniek hangt af van de ontmoeting, en van de invulling daarvan.
Ik besteed veel tijd met mijn studenten aan de vraag welk type licht voor welk type portret het meest geschikt is. Echter, techniek is geen einddoel maar een middel. Ik erger me groen en geel aan portretfotografen die zich verschuilen achter een eenduidige vorm en dan zeggen dat dat hun stijl is. Ik heb veel meer het gevoel dat dat voortkomt uit luiheid of desinteresse of interesse in slechts één ding: zichzelf. Als portretfotograaf vind ik dat je jezelf net zo belangrijk mag maken als de geportretteerde.
Hoe belangrijk is samenwerken dan voor jou? Kijk je daarbij ook buiten het fotografie veld?
In de eerste plaats is het voor mij dus heel belangrijk dat je leert samen te werken met je geportretteerde. Mijn studenten aan de Fotoacademie of die van mijn masterclass bij mij thuis of in Italië, vertel ik altijd dat je door samen te werken tot hele bijzondere resultaten kunt komen. Bepaalde verrassende oplossingen vind je niet als je de geportretteerde niet deelgenoot maakt van jouw werkproces.
Verder bestaan mijn lessen uit de gebruikelijke dingen. Ik bespreek met mijn studenten de kwaliteit van de ingeleverde foto’s ten aanzien van de zelfgekozen thematiek. De gebruikte technieken en type licht, welke foto’s passen niet in hun serie en welke wel, welke volgorde kunnen ze het beste hanteren in hun serie, welke foto is nog inhoudelijk aanvullend en welk voegt niets toe, welke camera’s voor welke klus geschikter zijn, hoe ze zouden kunnen onderhandelen met een opdrachtgever, welk type opdrachtgever past bij wie. Ze hebben veel meer vragen dan me nu te binnen schiet en ik ga overal op in mits er nog tijd is. En daarom is het niet gek dat mijn lessen altijd wat uitlopen.