Rembrandt en Larry Tesler.
Wat is echt en wat is niet echt. Vanmorgen spookte een mooie openingszin door mijn hoofd, echt waar. Gaandeweg de dag ben ik hem ergens kwijtgeraakt, ook echt waar. Als ik hem opgeschreven zou hebben had ik later kunnen beoordelen of het echt wel zo’n goede openingszin was, ik moet er nu maar vanuit gaan dat mijn geheugen mij niet bedriegt.
Deze maand is Larry Tesler overleden, de man die het kopiëren en hergebruiken van stukken tekst heeft uitgevonden, de copy-paste. Als ik mijn stuk tekst had genoteerd in mijn iPhone en had verstuurd naar de computer dan had ik deze zin, door hem te copy-pasten, nog tot mijn beschikking en ook kunnen gebruiken, maar…. was het dan nog wel de originele zin? Ga daar maar eens over filosoferen in het kader van wat echt en niet echt is. En bedenk gelijk maar eens wat Photoshop zonder copy-paste zou zijn.
Rembrandt had geen last van dit alles, die schilderde en de enige correspondentie die van hem is bewaard zijn zeven handgeschreven brieven aan Constantijn Huygens en deze gaan over schilderijen en geld.
Wat verder van hem is bewaard zijn natuurlijk zijn schilderijen, tekeningen en etsen en af en toe komt er een bij en gaat er ook weer een af, afhankelijk van de resultaten van een of ander onderzoeksteam dat de ‘echtheid’ van het werk onderzoekt. Belangrijke factoren zijn de ouderdom van de drager, de verf of inkt en of het ook allemaal in die tijd op die plaats werd gebruikt. En natuurlijk de stijl.
Als hedendaags beeldmaker kun je je met materialen moeilijk onderscheiden, tenzij je unicaten maakt en dan nog; wie kan garanderen dat een print origineel is en of het beeld geen copy-paste is?
Overigens, de meest recente ontdekking van een nieuwe Rembrandt wordt ook gelijk weer betwist: de kin van de vrouw zou te dik zijn.