Fotograaf. Filmer. Beeldmaker. Er kleeft een al vooraf bepaald geslacht aan deze woorden, net als aan Piet overigens, zwart dan wel roetveeg.
Het woord kan aangepast worden als het beroep door een vrouw wordt uitgeoefend: fotografe, beeldmaakster, maar filmster geeft alweer een probleem qua betekenis en het geslacht van de persoon in kwestie, afhankelijk van hoe je het uitspreekt. En voor bijvoorbeeld dealer, pooier, rechter en minister bestaat maar een woord. En dan heb je ook nog dat de mannelijke vorm een andere betekenis dan de vrouwelijke kan hebben, zoals bij secretaris en secretaresse.
Is hier dan sprake van seksuele discriminatie? Niet echt, maar het ligt wel op de loer.
Zo stapte ik laatst een AKO op het Centraal Station binnen (ik was wat vroeg voor de trein) en ik zocht de fototijdschriften. Ik vond ze in het schap ‘Man’, net als de muziektijdschriften en de zogenaamde mannenbladen, ook een soort fototijdschriften maar dan anders. Er was slechts een schap voor de ‘Man’, als je het direct ernaast gelegen schap ‘Sport’ niet meetelde, maar eerlijk is eerlijk, daar stond geen ‘Man’ boven. Aan de andere kant van de winkel waren de tijdschriften voor de ‘Vrouw’ te vinden, naast het gender-neutrale schap ‘Nieuws/Politiek’. Vier (!) schappen ‘Vrouw’ met daarin de glossies en tijdschriften over onder andere psychologie, koken en breien, om maar een beeld te scheppen.
Nu kan ik begrijpen dat je op een of andere manier wilt rubriceren, al was het alleen maar om het overzicht niet kwijt te raken, maar op deze manier raak zelfs ik het beeld niet kwijt van een man met een lange lens op zijn spiegelreflexcamera, gestoken in een kaki oorlogsvest met allemaal vakjes, tot de rand toe gevuld met filmrolletjes.